Uitstroomprofielen, arrangementen en fases

Twee uitstroomprofielen
De Tarcisiusschool biedt onderwijs binnen de uitstroomprofielen Arbeid en Dagbesteding. Het uitstroomprofiel Arbeid is onderverdeeld in drie arrangementen. Het uitstroomprofiel Dagbesteding bestaat uit één arrangement.

Uitstroomprofiel arbeid

Arrangement Arbeid:
Wat de leerlingen in het arrangement Arbeid gemeen hebben, is dat zij in staat zijn om beroepsgerichte certificaten en/of diploma’s te halen. Leerlingen die uitstromen in dit uitstroomprofiel zijn in staat om een volledige loonwaarde te genereren, zonder subsidie of ondersteuning.

Arrangement Arbeid met ondersteuning:
De leerlingen in het arrangement Arbeid met ondersteuning zijn niet altijd in staat om beroepsgerichte certificaten en/ of diploma’s te halen, maar kunnen wel loonvormende arbeid verrichten (met de juiste voorbereiding).

Arrangement Op weg naar werk:
Dit arrangement is bedoeld voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben bij het aangaan van sociale activiteiten buiten de deur, bij deelname aan georganiseerde activiteiten en bij vrijwilligerswerk. Nadruk ligt hier op het verder ontwikkelen van werknemersvaardigheden en zelfredzaamheid om zo de kans op het kunnen verrichten van arbeid met een vorm van loonwaarde te vergroten.

Uitstroomprofiel dagbesteding

Arrangement Dagbesteding:
Dit arrangement is bedoeld voor leerlingen bij wie loonvormende arbeid niet tot de mogelijkheden behoort vanwege een te grote begeleidingsbehoefte. Deze leerlingen worden voorbereid op uitstroom naar een zinvolle en passende dagbestedingsplek voor volwassenen.

Voor vso–leerlingen, die onderwijs kunnen volgen binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs, zoeken we per leerling de samenwerking met een andere VSO-school die het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs aanbiedt.

Voor elk uitstroomniveau is omschreven wat het instroom en streefniveau is op de ontwikkelgebieden Zijn, Willen, Kunnen en Weten. Elk arrangement kent drie fases.

Fasering

Voor elk arrangement is, onderverdeeld in drie fases, omschreven wat het instroom- en streefniveau is voor de gebieden Zijn, Willen, Kunnen, Weten. Per fase wordt een fase specifieke benadering en fase specifieke instructie door
de leerkracht gehanteerd.

De benadering gaat in stappen. Vanuit competenties en kwaliteiten van de leerling. Van sturend naar coachend en van algemeen oriënterend (met aandacht voor de persoon) naar individueel specifiek.

De instructie gaat in stappen. Van direct en volledig in regie van de leerkracht, naar competentiegericht waarbij de leerling zelf de regie heeft over zijn/haar leerproces. Per leerling wordt bekeken in hoeverre hij/zij eigen verantwoordelijkheid kan dragen en dit verwacht mag worden.

De leerling kan zich binnen het faseplan in twee richtingen ontwikkelen: verticaal en horizontaal. Een verticale ontwikkeling houdt in dat een leerling binnen hetzelfde arrangement naar een volgende fase doorstroomt. Bij een horizontale ontwikkeling stroomt de leerling door naar een ander arrangement binnen zijn/haar uitstroomprofiel of naar een ander uitstroomprofiel.